Veelgestelde vragen

Wil je graag een algemeen beeld krijgen over zonnepanelen en hoe Zonnestad te werk gaat ? Neem dan even onze uitgebreide infobrochure door.

Kort na de plaatsing van zonnepanelen zal een digitale meter geplaatst worden. Met deze digitale meter worden er twee zaken geregistreerd:

  • de werkelijk afgenomen energie van het net (gemiddeld 70% van de energie die je produceert)
  • de geïnjecteerde energie in het net (gemiddeld 30% van de energie die je verbruikt)

Voor de energie die je afneemt van het net, betaal je het normale elektriciteitstarief, dus inclusief alle netkosten. Voor de energie die je injecteert, ontvang je slechts een fractie van het elektriciteitstarief (ongeveer 1/3).

Het komt er dus op aan een zo groot mogelijk gedeelte van je geproduceerde zonne-energie zelf te verbruiken. Die energie is gratis. De meest voor de hand liggende manier om dit te doen is door bepaalde verbruikers (wasmachine, vaatwasser,…) overdag te laten draaien in plaats van ’s nachts.

De regeling van de Vlaamse regering, die voorzag in een vijftien jaar terugdraaiende teller, werd op donderdag 14 januari 2021 teruggefloten door het Grondwettelijk Hof. Er verschenen hierover in de media heel wat artikels, waarbij helaas niet alle informatie even correct was. Bij de veelgestelde vragen op de site van de Vlaamse Overheid vind je de meeste recente informatie, maar wij vatten voor jou alles even samen

Je hebt nog geen digitale meter

  • Je blijft in het oud systeem van de terugdraaiende teller, tot er bij jou een digitale meter geïnstalleerd wordt.
  • Je blijft het prosumententarief betalen als vergoeding voor het gebruik van het
    elektriciteitsnet, tot er bij jou een digitale meter geïnstalleerd wordt.
  • Je wordt gecontacteerd door Fluvius tussen nu en 2029 voor de installatie van jouw digitale
    meter. Deze installatie mag straffeloos weigeren tot begin 2025.

Je hebt wel al een digitale meter

  • Je valt volledig in het nieuwe wetgevende kader.
  • Je krijgt in het najaar van 2021 een eenmalige compensatie van de Vlaamse overheid, die
    afhangt van het installatiejaar van je zonnepanelen.

Zodra je in het nieuwe systeem zit (installatie vanaf 2021 of oudere installatie met digitale meter), is een hoger eigenverbruik voordeliger.

Maar wat is dat eigenverbruik nu precies?

Zonnepanelen produceren energie, waarvan slecht een deel onmiddellijk zal verbruikt worden in de woning zelf. Dit is het eigenverbruik van de zelf geproduceerde energie. De overige energie wordt op het net geïnjecteerd. Door meer energie op het net te zetten (en er dus ook weer af te halen) wordt ons elektriciteitsnet meer belast en daarom wordt op dit gedeelte betaald voor het net.

Het gemiddeld eigen verbruik van een Vlaams gezin ligt om en bij de 30%, maar dit kan variëren van 20% tot wel 40%. Door inzet van een huisbatterij stijgt het eigen verbruik tot 50 à 70%.

 

Thuisbatterijen laten toe om je eigen verbruik te verhogen van gemiddeld 30% tot maximaal 70%. Dit betekent dus dat je, na plaatsing van een batterij, tot 70% van je geproduceerde zonne-energie zelf kan verbruiken (en dus gratis is), desnoods na een kort verblijf in de batterij.

De investering is echter heel hoog. Zelfs met de huidige premies heb je je installatie vaak pas terugverdiend op het moment dat de levensduur van de batterij ten einde loopt, en je dus alweer een nieuwe batterij zou moeten aanschaffen.

In bepaalde gevallen (vooral bij grote gezinnen die overdag weinig thuis zijn) zijn ze echter wel rendabel, en voor de aanschaf kan je ook terecht bij zonnestad.

Dit staat los van de vraag of de massale uitrol van batterijen een goed idee is. Uit studies blijkt dat ze vooral een individuele oplossing zijn en geen grote bijdrage leveren aan (het collectieve probleem van) netstabiliteit. Verder kan je je afvragen of de massale verspreiden van dermate hoge hoeveelheden zeldzame metalen heel ecologisch is.

Neen, batterijen zijn slechts geschikt voor het opslaan van energie gedurende enkele uren/dagen, dus zeker niet voor het balanceren van bijvoorbeeld de zomer en de winter. Het is dus beter (of toch zeker véél goedkoper) om aan het net gekoppeld te blijven.

Zonnepanelen gaan lang mee en daar zijn 2 belangrijke redenen voor:

(1) Er zijn geen bewegende onderdelen, waardoor slijtage heel beperkt is.

(2) Ze worden heel stevig gebouwd omdat hun bestaansreden hier volledig van af hangt. Wie zou immers nog investeren in zonnepanelen als die gemiddeld na 5 jaar stuk zouden zijn. De standaard vermogensgarantie bij zonnepanelen is dat ze na 25 jaar nog 80% van hun maximum produceren, met een maximale productie-afname van 0,6% per jaar. Er wordt verwacht dat kwalitatieve zonnepanelen die vandaag geplaatst worden minstens 30 jaar energie zullen produceren. 

De omvormer van de zonnepaneel-installatie gaat minder lang mee. Deze bevat veel elektrische componenten, wat een impact heeft op de levensduur. Dit is echter heel afhankelijk van producent tot producent. Degelijke omvormers gaan tot 20 jaar mee, terwijl de basismodellen het veel vroeger kunnen begeven. De garanties bij Zonnestad-omvormers variëren van 10 tot 20 jaar.

Naast de componenten, is er ook nog de plaatsingsgarantie van de aannemer (tegen schade aan het dak) van 10 jaar.

Je hebt natuurlijk niets aan garantie bij een failliet bedrijf. EnerGent kiest daarom steeds voor financieel sterke bedrijven, zowel bij de producent (via TIER-kwalificatie) als bij de aannemer.

Zonnepanelen worden meestal geplaatst in één beschikbaar dakvlak.

In sommige woningen zijn er mogelijkheden om de zonnepanelen te plaatsen in meerdere oriëntaties. Het voordeel hiervan is dat de productie van zonne-energie een klein beetje beter gespreid wordt over de hele dag. De spreiding van de productie zal je in staat stellen om iets meer van de zelf geproduceerde energie onmiddellijk te verbruiken, wat het eigen verbruik en de rentabiliteit ten goede komt.

 

Dit hangt af van je situatie.

Als je de zonnepaneel-installatie vanuit een puur ecologisch motief plaatst, dan is het antwoord ja.

Als je de zonnepaneel-installatie bekijkt vanuit een meer economisch perspectief, dan zal het optimaal aantal panelen afhangen van je verbruik, maar ook van je zelfconsumptie (het gedeelte van de geproduceerde energie dat je rechtstreeks kan benutten). Over het algemeen zien we dat het optimum aantal panelen meestal ligt bij installaties waar de jaarproductie gelijk is aan het jaarverbruik in de woning. Stel dus een productie van 300 kWh/paneel/jaar, en een verbruik van 1800 kWh/jaar, dan zal het optimaal aantal panelen vaak ongeveer 6 zijn.

Verwacht je dat het energieverbruik in de toekomst zal stijgen (vb. door de aankoop elektrische wagen, gezinsuitbreiding, of de aanschaf van een warmtepomp), dan valt het zeker te overwegen om meer panelen te leggen dan nodig voor je huidige situatie. Je kan in een dergelijke situatie ook altijd zonnepanelen later bijplaatsen, maar dit zal relatief gezien duurder zijn. Ook zullen de panelen er misschien niet helemaal hetzelfde uitzien.

Vanaf 1 september 2022 kan je voor zonnepanelen ook de MijnVerbouwLening aanvragen voor een bedrag van minimaal 1250 euro tot maximaal 60.000 euro, met een afbetalingstermijn van maximaal 25 jaar. Deze lening is renteloos (0% intrest), zolang de wettelijke rente onder de 3% blijft.

Je vraagt deze lening aan via het energieloket van jouw gemeente.

Ja. De energie die nodig is om een zonnepaneel te produceren bedraagt tegenwoordig minder dan 5% van de energie die dat zonnepaneel ooit zal voortbrengen. De meeste zonnepanelen bevatten weinig of geen zeldzame aardmetalen meer en kennen een hoog recyclagepotentieel voor silicium, glas en aluminium (tot 96% van het totaalgewicht). Dit wordt gereguleerd door de Europese organisatie PV cycle. Tussen producenten bestaan er wel nog grote onderlinge verschillen. Bij Zonnestad wordt daarom gekozen voor de beste leerlingen van de klas, op basis van de solar scorecard.

Neen. In sommige gevallen kan de productie van zonnepanelen wel verlagen door hardnekkig vuil (bijvoorbeeld in de stoffige omstandigheden van een bouwwerf, op plaatsen met veel vogels). In dat geval kan het sporadisch reinigen van de zonnepanelen wel nuttig zijn. Heel zelden loopt er iets mis met de panelen of de omvormer. Hiervoor heb je  garantie. De meeste merken voorzien dan ook een bijdrage voor de aannemer, zodat de herstelwerkzaamheden gratis zijn.

Neen dat hoeft niet…

  • maar vergeet wel niet om een terugleveringscontract af te sluiten met je leverancier. Anders krijg je geen injectietarief voor de stroom die je op het net zet.
  • maar het kan wel de moeite lonen!
    • Welk injectietarief kan je krijgen?
    • Zijn er vaste abonnemenstkosten?

Met de V-test van de VREG kan je de verschillende energieleveranciers vergelijken. 

 

Enkel voor zonnepaneeleigenaars (plaatsing voor 01/01/2021) die nog geen digitale meter hebben

Bij woningen zonder zonnepanelen wordt er een distributienettarief verrekend in de elektriciteitsprijs voor het gebruik van het elektriciteitsnet. Als eigenaar van zonnepanelen ga je minder of geen verbruik hebben bij de energieleverancier en betaal je dus ook geen distributienettarief. Aangezien je het elektriciteitsnet wel continu gebruikt als tijdelijke energieopslag, werd het prosumententarief ingeroepen als compensatie voor het gebruik van het elektriciteitsnet. Dit tarief wordt bepaald door het vermogen van de omvormer van de zonnepaneel installatie. De tarieven zelf vind je op deze website.

Je kan enkel bij installaties van vóór 2020 de digitale meter uitstellen. Bij installaties vanaf 2021 krijg je sowieso kort erna een digitale meter. Je kan deze niet weigeren.
Je zal de premie ook niet uitbetaald krijgen zolang de digitale meter er niet is.

Vanaf dat je de digitale meter hebt, wordt het interessant om je verbruik waar mogelijk te sturen. In praktijk is dit mogelijk voor vaatwasmachine, wasmachine, elektrische boiler, …
Deze toestellen kan je best laten draaien als de zon schijnt, dan haal je het maximum uit jouw installatie.